Wat is energetische geneeskunde?
Onder energetische geneeskunde wordt een groep behandelwijzen verstaan die energievelden gebruikt voor de diagnose en behandeling van fysieke en geestelijke klachten. In 1977 werd reeds het eerste First World Energy Medicine Congress gehouden in Parijs en sinds 1989 bestaat er een internationale vakorganisatie, de International Society for the Study of Subtle Energies and Energy Medicine (ISSSEEM). Hierbij zijn meerdere duizenden artsen, psychologen, wetenschappers en therapeuten aangesloten, voornamelijk uit de Verenigde Staten, maar ook uit veel andere landen. In de Verenigde Staten is energetische geneeskunde inmiddels officieel erkend. In Duitsland bestaan sinds enkele jaren vergelijkbare vakorganisaties, zoals bijvoorbeeld de Deutsche Gesellschaft für Energetische und Informationsmedizin (DGEIM). In Nederland speelt ons centrum hierin een rol.
Onderzoek concentreert zich op het menselijk energieveld, dat door de meeste onderzoekers ‘bioveld’ wordt genoemd. Tijdens de US National Institutes of Health Conference in 1992 werd de term ‘bioveld’ gedefinieerd als “een veld zonder massa, niet noodzakelijkerwijs elektromagnetisch, dat levende lichamen omgeeft, doordringt en beïnvloedt”.
De woorden “niet noodzakelijkerwijs elektromagnetisch” zijn belangrijk, want het bioveld bestaat uit meer energieën dan alleen elektromagnetische. In het momenteel beschikbare fundamentele onderzoek naar energetische geneeskunde wordt onder andere melding gemaakt van elektromagnetisme, biofotonen en infraroodstraling. Het onderzoek naar biovelden bevindt zich op het snijvlak tussen klassieke natuurkunde, kwantumfysica en biologie, want het bioveld heeft elektromagnetische, fysiologische en kwantumeigenschappen en staat in wederzijdse verbinding met het (menselijk) lichaam.
(Uit: ‘Energetische Therapie; achtergronden, theorie en effectiviteit’ 2019, hierin ook de bronvermeldingen.)
Onderscheid energetische en biomedische behandelmethoden
Er is momenteel een onderscheid gebruikelijk tussen complementaire en reguliere behandelmethoden. Dit onderscheid loopt niet gelijk met het onderscheid tussen energetische en biomedische behandelmethoden. Zo is fytotherapie (kruidengeneeskunde) een complementaire geneeswijze, maar geen energetische, omdat kruidenmiddelen werken volgens dezelfde principes als farmaceutische middelen: er is een werkzame stof aantoonbaar. Acupunctuur is een complementaire geneeswijze én een energetische, omdat hierbij gebruik wordt gemaakt van de energiebanen in het menselijk lichaam. Chirurgie is een reguliere/biomedische toepassing, omdat concreet in het tastbare lichaam wordt ingegrepen.
Naar sommige energetische geneeswijzen zijn goede klinische studies gedaan, bijvoorbeeld mindfulness, acupunctuur en energetische therapie. Andere behandelmethoden zijn minder goed onderzocht. In het onderstaande overzicht worden verschillende methodes genoemd, zonder onderscheid naar evidence base. De methodes zijn ingedeeld op basis van het onderliggende paradigma.